Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] Venezueladag: Ronnie Ramirez “Het moeilijkste is de beste weg”

[Interview] Venezueladag: Ronnie Ramirez “Het moeilijkste is de beste weg”

BRUSSEL -- Op de solidariteitsdag met Venezuela in Brussel ging de Belgisch-Chileense cineast Ronnie Ramirez in gesprek met Maurice Lemoine (Hoofdredacteur van de Monde Diplomatique) en Michel Collon (raadgever van TeleSur, de Latijns-Amerikaanse zender opgericht door de regering Chavez) over de rol van de media in de Bolivariaanse revolutie in Venezuela. Indymedia.be stelde hem enkele vragen over zijn werk in Venezuela en het belang van de Venezuela-dag hier in België.

ramirez.JPG

Zaterdag 9 december organiseerde een dertigtal organisaties waaronder het ACV-CSC van Brussel/Bruxelles-Halle-Vilvoorde, de Algemene Centrale ABVV, Attac, Oxfam Solidariteit en Handen Af van Venezuela, een solidariteitsdag met Venezuela in Brussel. Ronnie Ramirez was er één van de sprekers. Ronnie Ramirez is een Chileense cineast die in België woont en les geeft op de audiovisuele afdelingen van het Rits en Sint-Lukas. Daarnaast draaide hij ook al een aantal sociaal geëngageerde documentaires waaronder Les Fantômes de Victoria (1999) , Palestine, ceux qui gardent la clef (2003) en Plein Publiek (2004). Momenteel geeft hij les in Venezuela voor de nieuwe gemeenschapstelevisie Vive TV..

Waarom is volgens u een solidariteitsdag met Venezuela nodig?
"Elke dag zou er een solidariteitsdag met Venezuela moeten zijn. Het idee is om aan de mensen zichtbaar te maken wat er in Venezuela gebeurt, zodat ze dat kunnen begrijpen. Dit is noodzakelijk aangezien onze Europese media te weinig berichtgeven over Zuid-Amerika. Er zijn steeds minder specialisten over dit continent en men opent heel weinig vensters op wat er daar gebeurt. En wat er nu in Zuid-Amerika gebeurt, is juist heel belangrijk en misschien wel de belangrijkste historische gebeurtenis van deze tijd."

Waarom is het zo belangrijk?
"Omdat het een einde van een tijd inluidt en het begin van een andere. We komen uit een tijd van verval van ideologieën: de ruïnes van de Oostbloklanden en van de toepassingen van een idee van socialisme. Onze generatie groeit op in een tussenperiode van het einde van een idee en vooral de renaissance van iets nieuws, een ander idee. En wat in Zuid-Amerika gebeurt is hoopvol voor iedereen die geïnteresseerd is in de toekomst, in een rechtvaardige samenleving, in een sociale rechtvaardigheid."

"Met Venezuela als epicentrum van een nieuwe toepassing van het socialisme, spreekt men van een heruitvinding van een nieuwe vorm van socialisme. Dit wil zeggen dat er een model van socialisme dood is en een nieuw model opkomt met politiek pluralisme en politieke participatie van de populaire sectoren met hun volksorganisaties."

In de oproep van deze solidariteitsdag spreekt men over de verspreiding van het Bolivariaanse Alternatief over heel Latijns-Amerika, maar kan men hier wel van spreken, buiten een voorzichtige opkomst van links zoals in Bolivia of Argentinië?
"Neen. Ik kan je vertellen dat wanneer je het over Chavez hebt in Chili, zelfs in de progressieve kringen, je stenen naar je hoofd gesmeten krijgt. Het is natuurlijk geen homogene beweging, het is een soort van polyfonie: je hebt een Boliviaanse ervaring met zijn karakteristieken dat voor nieuw Bolivia bouwt en je hebt Venezuela met zijn eigen Venezolaanse model. Daarom lach ik vaak wanneer ik onze eurocentristische pers lees, die Chavez altijd met Cuba vergelijkt. Men kent Venezuela helemaal niet goed, en dus bekijkt men het maar zoals ‘Kuifje en de Picaros’ met Chavez als een soort generaal Alcazar of een karikatuur van Cuba. Men heeft heel weinig referenties om Venezuela met zijn geschiedenis, met zijn culturele eigenheden te begrijpen. Dit is bijvoorbeeld nodig om te begrijpen wat de communautaire tv is in Venezuela. Dit is voor veel mensen hier in Europa onbegrijpelijk, net als “Alô Presidente” (het Venezolaanse tv-programma met de president Chavez)."

Wat is uw analyse van een programma als “Alô presidente”?
"Men bekijkt Venezuela te veel vanuit een eurocentristische blik. Puur technisch gesproken is “Alô presidente” een dictatoriaal programma: centraal staat één persoon die niets meer doet dan spreken. Maar qua inhoud is het iets anders. Ik heb er een aantal meegebracht om hier te tonen. Zelf heb ik vijf uur ervan gezien, en ik heb nog nooit zo een gepassioneerd tv-programma gezien. Chavez is natuurlijk het centrale personage en hij was een leraar: hij vulgariseert bvb economische politiek. Ik heb nooit begrepen wat inflatie was maar hij heeft het me uitgelegd op televisie met een bord. Het is eigenlijk transparantie van zijn politiek, een soort van glasnost waar ooit Gorbatjov van droomde! Men maakt er een karikatuur van door enkel te zeggen dat het propaganda is voor Chavez. Het probleem is echter dat 95% van het tv-landschap door vier commerciële groepen is gedomineerd. Er blijft dus weinig ruimte over en men kan dus helemaal niet van een evenwicht spreken. Een van de punten van de politieke kaart van de regering van Chavez, is juist een omwenteling van dit audiovisueel landschap door de communautaire televisies te steunen. Er bestaan enorm veel communautaire televisies in Zuid-Amerika, maar in Venezuela zijn ze gelegaliseerd en gesteund. Men geeft hen subsidies, maar pas op: een nieuwe antenne of cement. Het zijn de gemeenschappen zelf die het in handen hebben, het is niet zomaar top-down hulp. De mensen nemen zelf deel bij de opbouw van hun televisie, die hàºn problemen en hàºn beelden weergeeft."

De kritiek op deze wetten voor de communautaire media is dat dit een manier van Chavez is om ze te controleren, om ze in zijn invloed te houden.
"Wat wij bij de Escuela Popular Latino Americano de Cine observeren, is dat de mensen die we vormen om in die communautaire media te werken, juist moeilijkheden hebben om de vijand te filmen. De gemeenschappen willen dat de revolutie een succes wordt. Bij deze mensen die gedurende 40 jaar hun mond hebben moeten houden, leeft nu een ontzettend enthousiasme, want in de Bolivariaanse constitutie is de communautaire media een récht. Maar de georganiseerde gemeenschappen filmen natuurlijk die onderwerpen waarbij hun belangen in gevaar zijn, waardoor ze voornamelijk negatieve aspecten in beeld brengen. Wanneer het beloofde geld voor de opbouw van een schooltje bijvoorbeeld niet aankomt, zullen zij dat aanklagen. En hier komt kritiek op binnen de gemeenschap zelf, binnen de linkse groepen. De gemeenschapstelevisie toont teveel de negatieve aspecten, toont enkel de problemen. En iedereen, van de president tot de gemeenschap kijkt naar bijvoorbeeld Vive Tv."

Zendt Vive Tv nationaal uit?
"Ja, Vive Tv is een nationaal communautaire televisie. Deze antenne wil over het hele land deze verschillende gemeenschappen die gedurende 40 jaar vergeten werden, zichtbaar maken. Je hebt Selva Tv, Cimarron Tv, Tele Tambores in Maracay, enz. Al deze gemeenschappen, indiaanse gemeenschappen, zwarte gemeenschappen en arbeidersgemeenschappen willen hun eigen beelden en hun eigen informatie produceren over de problemen die hàºn aanbelangen. Ik heb gehoord dat Telesur nu ook een ruimte heeft gecreëerd voor deze verschillende gemeenschappen."

En u geeft les in deze Escuela Popular de cine?
"Ja, deze school is een antwoord op een vraag vanuit de communautaire televisie. Zij hebben mensen nodig die een camera kunnen hanteren, die een bepaalde deontologie kennen. Wij vormen duizenden mensen."

Is deze school opgericht door de regering van Chavez?
"Neen, deze school en de communautaire televisies bestonden al voor Chavez, ze ontstonden uit een proces van de jaren ’80! Een communautaire televisie is eigenlijk een volksorganisatie. Chavez heeft bij de staatsgreep van 11 april 2002 hun strategisch belang ingezien, want zij hebben toen de informatie aan heel het land verspreid dat Chavez géén ontslag had genomen, maar gevangen zat. Zij waren bij de mensen die Chavez terug in het paleis hebben gekregen. Toen heeft de president begrepen dat het heel belangrijk is dat de mensen hun eigen televisie hebben. En Fidel heeft dit ook begrepen, hij is nu hetzelfde aan het doen op Cuba. Evo Morales heeft ook al een communautaire radio helpen oprichten en beloofde een communautaire televisie voor binnen een jaar en half."

"In dit proces werkt de school om indianen, boeren, mensen van de sociale beweging te vormen zodat ze zelf een regisseur zouden kunnen zijn. Het principe is dat zij ten dienste van hun eigen gemeenschap de media in eigen handen hebben. En dit is heel onbegrijpelijk als we naar onze Europese regisseurs kijken, die heel individueel werken."

Hoewel er enorme verschillen zijn in communautaire media tussen de verschillende landen in Zuid-Amerika, is er nog een grotere breuk met Europa. Hoe ziet u dit verschil met Europa? Wat zijn de mogelijkheden voor communautaire media hier?
"Ik denk dat het ethisch is om een verschil te maken tussen de twee ervaringen, het één staat los van het andere, maar er zijn wel convergentiepunten. Het model van communautaire televisie in Venezuela is niet zomaar invoerbaar in onze landen, want men heeft niet met dezelfde problemen te maken. Wat wel ook hier voorkomt is het probleem van een dominante cultuur, via geconcentreerd kapitaal dat achter deze privé-televisies zit. Misschien wel niet zo agressief als in Venezuela, waar deze effectief deelnemen in de sabotage van een democratisch regime. Men moet deze ervaringen dus gescheiden houden en in het achterhoofd houden dat de macht van deze geconcentreerde kapitalen niet eeuwig is. Dit weerspiegelt ons meer de vraag welke oplossing we hiervoor zoeken, welk Belgisch model of oplossing we hiervoor in de plaats willen."

Aan welke oplossing denkt u?
"Ik denk vooral dat men in Zuid-Amerika nu aan de bovenkant van een beweging zit en er dus veel mogelijk is. Wij zitten helemaal beneden in het dal van een beweging. Wat niet wil zeggen dat dit oneindig zal zijn en er geen betere momenten zullen komen. Ik denk dat wij terug collectieve ervaringen moeten hernemen. Ik denk dat er mensen zijn in België die goed werk leveren, maar individueel, geïsoleerd van de anderen. We kennen elkaar niet, we zien de andere die ook iets doet niet. Ik ben bijvoorbeeld heel actief in Venezuela, waar ik mijn kennis wil doorgeven. Maar mijn leven is hier, ik geef ook les in filmscholen hier in Brussel omdat ik ook moet leven. Daarnaast maak ik ook documentaires, waar ik me vrijer in voel. Maar ik ben ook cameraman, ik werk dus ook voor andere regisseurs. Ik ben gewoon constant bezig met audiovisuele problemen, maar voel me in België alleen hierin. En dit is geen gezond gevoel, omdat ik wéét dat ik niet alleen ben. Daarom kom ik naar een solidariteitsdag voor Venezuela om te zeggen “ik besta!” en om samen te kunnen denken. Het zou makkelijk maar ondoenbaar zijn het Venezolaanse model naar hier te kopiëren. Dit was ook een ziekte binnen onze socialistische bewegingen denk ik. Het moeilijkste is de beste weg, om zelf iets vanuit onze realiteit, onze problematiek te vinden."

"We bekijken de Latijns-Amerikaanse landen altijd vanuit een paternalisme. Zo voel ik me niet, ik neem deel aan de revolutie door mijn werk, ik engageer me in een revolutie in beweging. Ik gebruik liever het Spaanse woord comprometer, geëngageerd klinkt alsof je er maar met één voet inzit, comprometer is er helemaal inzitten. Zoals toen ik in Palestina aan het draaien was, ik ook comprometido met de Palestijnen was. Ik was bereid daar ook een kogel te krijgen zoals alle Palestijnen elk moment een kogel kunnen krijgen. Dit engagement tracht ik zowel vormelijk als inhoudelijk in mijn films te brengen. Het is een houding, een idee van een weerstandscultuur dat ik wil overbrengen, geen decoratiecultuur zoals Andy Warhol. Is dat wel kunst? Dit soort vragen bediscussiëren we in onze school in Venezuela. Welk soort cultuur willen we brengen? De volkscultuur natuurlijk, niet de cultuur die ze ons verkopen. We geven een culturele bagage aan de mensen en andere cinematografische bevrijdingservaringen in andere contexten: we tonen films van Eisenstein, Sigabertof, Santiago Alvarez, Dziga Vertov, de Fernando Solanas uit eind jaren ’60 en van Jorge Sanjinez. We Zuid-Amerikaniseren deze culturele bagage, om de mensen referenties te geven, om zich niet alleen te voelen. Zodat men beseft dat ze maar een verlengde zijn van een geschiedenis die van ver komt, een wil tot bevrijding. In Venezuela uit zich dat in de nieuwe televisiemodellen, in Cuba was dat in de cinema. In Cuba werkt de televisie namelijk ook met de kijkcijferdictatuur: er zijn allerlei ideologische producties, zoals telenovelas. De 33000 televisies op onze planeet werken met dit kijkcijfersysteem, zelfs de publieke televisies. Arte is hierin een uitzondering, want het werkt met thema’s, maar het is gewoon een ander commercieel thematisch product. De ervaring van Vive Tv en de communautaire televisies in Venezuela zijn de enige andere ervaringen die ik ken."

En VTv (de nationale televisie) en TeleSur?
"Er zijn verschillende schalen. De communautaire televisie die is geworteld in zijn gemeenschap, met hun specificiteiten. Daarnaast heb je een coördinatie van al deze ervaringen door Vive TV die ze nationaal uitzendt. De communautaire televisie werkt vooral door een narcistische kijk : “kijk, mijn buurman is op de televisie”, “oei, mijn tuin komt op tv, ik moet hem schoonmaken”. Vive Tv moet nationaal denken, wat een totaal andere manier van werken is, namelijk de gemeenschappen van ons land tonen. Het is een jonge culturele en educatieve zender, het bestaat maar drie jaar en zal dus ook evolueren. VTv is een staatstelevisie, een instrument eigenlijk van de regering. Net zo goed als van de vorige en ze werkt nog steeds met materiaal van 40 jaar geleden. Wanneer de commerciële televisies iets op hem zeggen kan Chavez zich via deze weg verdedigen. Vive Tv is een strategisch wapen. TeleSur is een informatieve staatstelevisie die gedeeld wordt door andere staten met als eerste doel een anti-imperialistisch beeld te vormen."

TeleSur wil ook voornamelijk een eigen blik op het continent vormen, waarvoor men nu de informatie bij bijvoorbeeld CNN moet gaan halen?
"Dat is het idee. Ik steun TeleSur, maar deze televisie blijft vooral een spiegel van CNN. Maar het is te pretentieus om daar commentaar op te geven. Wie ben ik om te zeggen wat zij moeten doen? Maar kijk, de Bolivariaanse revolutie is ook Walt Disney niet hé, het zijn mannen en vrouwen en er is dus ook corruptie en opportunisme. Maar in Venezuela zitten nog steeds geen journalisten in de gevangenis of ze worden niet gefusilleerd, hoewel je daar soms zin in zou hebben. In Venezuela heb ik namelijk de ergste racistische beelden gezien, bij de commerciële televisie. En dit is een geweld op de democratie."

Is er plaats voor kritiek, voor zelfkritiek?
"Daar houdt de oppositie zich natuurlijk mee bezig, een karikatuur maken van al de problemen. Maar er is zeker debat. In onze school bijvoorbeeld is die participatiedemocratie, de debatcultuur ook aanwezig.

Een laatste persoonlijk vraag: heb je al een nieuwe documentaire op het oog?
"Daar is het nog te vroeg voor. Kijk ik heb een frigo vol met ideeën, ik moet er gewoon één uitpikken en tot het scherm brengen. Ik heb nu één jaar en half mijn persoonlijke carrière opzijgezet voor Venezuela, iets wat men moet kunnen doen, want mijn carrière is niet mijn prioriteit. Nu werk ik aan een documentaire die een periode van de weerstand onder de dictatuur in Chili bespreekt. Ik wil ooit ook wel een documentaire maken over Venezuela, maar dat was niet het doel waarvoor ik naar daar ben gegaan. Dat was een periode om daar iets te geven."

Hopelijk gaat Pinochet dan nog niet dood, zodat hij je documentaire nog kan zien.
"Ik hoop dat hij nog vele jaren leeft, zodat hij in een proces gestraft kan worden voor wat hij gedaan heeft."
(n.v.d.r ondertussen komt het nieuws binnen dat Pinochet net overleden is)