Door het Generatiepact is het niet langer mogelijk om na een loopbaan van 25 jaar op 58 jaar met brugpensioen te gaan. De loopbaanvereiste werd verhoogd tot respectievelijk 38 en 35 jaar voor brugpensioen op 58 en 60 jaar. “Doordat in de distributiesector heel veel werknemers verplicht deeltijds werken, komen zij nooit aan zo'n lange voltijdse loopbaan,” zegt Myriam Delmée van de socialistische bediendenbond BBTK.

Periodes waarin een werknemer niet voltijds werkt omdat hij tijdskrediet neemt, werkloos is of onvrijwillig deeltijds werkt, kunnen als werkjaren meetellen. Dat zijn dan de zogenaamde gelijkgestelde periodes. Delmée: “Over die gelijkgestelde periodes wordt vandaag onderhandeld tussen werkgevers en vakbonden, maar wat op tafel ligt is ruim onvoldoende. De werkgevers van het VBO willen slechts drie jaar extra gelijkstelling mogelijk maken.”

De vakbonden rekenden uit dat nog amper 15 % van de werknemers in de sector op 58 met brugpensioen kan. “Met drie jaar extra gelijkstelling zoals het VBO wil, wordt dat voor 2 à  3 procent meer werknemers mogelijk. Maar als je daar nog eens drie jaar bijdoet zoals wij vragen, verdubbelt het aantal werknemers dat op brugpensioen kan tot 30 %,” aldus Myriam Delmée.

“De werkgevers in de handel hebben liever deeltijdse contracten omdat ze dan heel flexibel inzetbare werknemers hebben”, zegt Ingrid die LBC-afgevaardigde is in een winkel van Delhaize. “Bij Delhaize zijn de contracten gemiddeld 25 à  26 uur per week. Als ze dan op een bepaald moment meer personeel nodig hebben, bieden ze tijdelijke contracten aan,” aldus Ingrid. Op die manier is het moeilijk om aan genoeg loopbaanjaren te geraken. “Werken in warenhuizen is nochtans een zware job met onregelmatige uren en veel heffen en sleuren,” zegt Ingrid.

De vakbonden kregen niet echt een bevredigend antwoord van Fedis dat meent dat dit een interprofessioneel dosser is en dat het dus niet aan de sectoren is om zich daar in te mengen. Toch aanvaardde de federatie om de vakbondseis door te spelen. De vakbonden willen het dossier in elk geval zo snel mogelijk van de baan. “De werkgevers schuiven het dossier al zolang voor zich uit dat het nu is terecht gekomen op de tafel van de interprofessionele onderhandelingen. Als die er niet uitgeraken, zal de regering haar eigen voorstel doorvoeren dat voor ons zeer nadelig zou zijn. Daarom eisen wij dat er nog voor het einde van de interprofessionele onderhandelingen een oplossing wordt gevonden,” zegt Myriam Delmée. Naar verluidt wil de regering een gelijkstelling van vijf jaar die enkel geldt voor het opnemen van tijdskrediet door werknemers jonger dan 50 jaar.