christophe08 februari 2007 – 14:08

De tv is goed voor 34,4 van de uitgaven en rijft dus nog altijd het grootste deel van de reclameinkomsten binnen. In 2006 kwam dat neer op 2.500 uur reclame of 300 uur meer dan een jaar eerder voor de Vlamingen en 150 uur meer voor de Franstaligen. Dat blijkt uit de jaarlijkse cijfers van het Centrum voor Informatie over de Media (CIM).

De kranten staan op de tweede plaats met 24,5 procent van de uitgaven. Daarna komt de radio (11,4 procent), tijdschriften (10 procent), affiches (7,9 procent), huis-aan-huisbladen (6,1 procent), regionale en themazenders (3 procent), internet (1,6 procent) en de bioscoop (1 procent).

Opmerkelijk is de lage score van het internet. Volgens een studie van het Interactive Advertising Bureau (IAB), de vereniging van online adverteerders, en het CIM was internet in 2005 al goed voor 55 miljoen euro of 2,2 procent van alle reclamebestedingen.

De nieuwe cijfers van CIM zijn wellicht onvolledig omdat de studie pas vanaf 2007 alle mediaregies zal omvatten. In het huidige cijfer zitten nog niet de inkomsten van De Persgroep, Corelio en VMMa vervat.

Internet is als adverteerdersmarkt nu al een stuk groter dan de bioscoop. De reclame-inkomsten die de klassieke media verliezen aan het internet vangen ze niet op via hun eigen websites. Het gros van de inkomsten gaat naar portaalsites als MSN en Telenet en zoekmachines als Google.