Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Eric Corijn: "“Een onafhankelijk Vlaanderen is een demagogische eis”

Eric Corijn: "“Een onafhankelijk Vlaanderen is een demagogische eis”

BRUSSEL -- Hoe moet het met Brussel als België splitst? En welke plaats heeft onze hoofdstad in het hele debat over de staatshervorming? We vroegen het aan Eric Corijn, cultuurfilosoof en professor aan de Vrije Universiteit Brussel.

001_DSC_9996-Edit_450.jpg

Wat denkt u van de huidige politieke strubbelingen?

“Je kan dat bekijken op het niveau van de politique politicienne: de man met de 800.000 voorkeurstemmen, de manoeuvres tussen Reynders en Leterme die strijden om de macht. De fundamentele reden waarom het zo moeilijk gaat is dat de politici zich bezondigden aan opbodpolitiek tijdens de verkiezingen waarbij ze zich enkel tot de eigen achterban hebben gericht zonder rekening te houden met haalbaarheid of een mogelijk compromis. Daar betalen ze nu de prijs voor. In Vlaanderen heeft dat ondermeer te maken met het algemene klimaat van verrechtsing onder druk van het Vlaams Belang. Normaal draaien verkiezingen rond het verleiden van de centrumkiezers. Deze keer speelde de echte strijd zich af aan de rechterzijde: CD&V dat zich vastketende aan N-VA, die op haar beurt na de splitsing van de Volksunie de rechterzijde probeert te hergroeperen en de competitie met Lijst Dedecker die de rechtervleugel is van de liberale pool. Nu hebben ze dus veel tijd nodig om dat opbod te verzoenen met de echte systeembelangen.”

“Onderhuids spelen andere fenomenen mee. Er is sprake van een generatiewissel. In tegenstelling tot Dehaene heeft Leterme nooit een staatshervorming onderhandeld. Er is ook sprake van een uiteengroeien. Niet dat de sociaal-economische netwerken uit elkaar groeien, maar het vertoog doet dat wel. Je zit met een pers die niet meer over de taalgrens kijkt. Media en politici gedragen zich echt onverantwoordelijk. Hoe komt dat? Wat de laatste jaren echt veranderd is, is het salonfähig worden van het Vlaams Belang. Het nationalistisch etnocentrisch discours van het Belang is een aanvaardbaar alternatief geworden waarover een normaal politiek debat mogelijk is. Een groot deel van de ondernemers vreest nog altijd dat het VB aan de macht nadelig zou zijn voor de internationale uitstraling, maar er is ook de groep ondernemers van De Warande die een pleidooi houden voor de Vlaamse onafhankelijkheid. Waarom doen ze dat? Zelfs de meest dynamische sectoren van de Vlaamse economie staan onder druk van internationale concurrentie. Hoe kan je je concurrentiepositie handhaven in de huidige geglobaliseerde wereld? Door de kosten te drukken. Door bijvoorbeeld een einde te maken aan de solidariteit met armere streken. Op dat vlak kan je dit vergelijken met Noord-Italië dat niet meer wil bijdragen voor Sicilië of Catalonië dat af wil van Andalusië. Het nationalisme moet dan een sociaal-economisch project dragen. In Vlaanderen waar de liberalen relatief sterker staan en de socialisten zwakker, is er een draagvlak voor een politiek die de lonen drukt en de sociale zekerheid afbouwt. Men wil territoriale structuren creëren waar de krachtsverhoudingen makkelijker toelaten om een bepaalde rechtse politiek door te voeren. De staatshervorming draait niet enkel om Vlaanderen aan de Vlamingen en Wallonië aan de Walen. De verschillende krachtsverhoudingen, de breuklijnen liggen verschillend in de twee gebieden en de Vlamingen willen daar van af. Ze willen niet enkel van de PS af wat betreft beheer maar ook wat betreft bijvoorbeeld de verdediging van de sociaal zekerheid.”

“In die zin heeft Reynders gelijk als hij zegt dat het drukken van de PS in de oppositie de grootste staatshervorming is. Reynders zegt tegen de Vlaamse burgerij: “Ik ben akkoord met jullie programma, daar heb je dus geen onafhankelijkheid voor nodig. Laten we binnen België werken aan een belastingsverlaging en het verhogen van de remgelden in de gezondheidszorg.” Dat is volgens mij de diepere reden dat er in Vlaanderen al een akkoord is om de timing uit te stellen tot 2009, ná de gewestelijke verkiezingen”

001_DSC_0017-Edit_450.jpg

Is België een opgedeeld land?

“Ik daag Vlamingen en politici uit om territoria af te bakenen waarop ze zelfstandige politieke instellingen kunnen denken. De federale structuur van België is gebaseerd op het principe van eentalige territoria, een principe dat trouwens door de mondialisering steeds meer onder druk staat, maar goed... Brussel wordt daarin als een probleem gezien. Het stadsgewest werd kunstmatig afgebakend binnen 19 gemeenten, die daarenboven bij de fusie van gemeenten onaangeroerd bleven. In werkelijkheid spreken alle sociaal-geografische studies van een economisch stadsgewest dat tussen de 35 en de 60 gemeenten omvat. Een sociaal-economische ruimte waar 2,3 miljoen mensen wonen en 30 % van de Belgische loontrekkenden verblijven. De rand hangt dus samen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en is alleen economisch onleefbaar. Wat doe je dan bij een splitsing? Als derde gewest is Brussel te klein. Wie Brussel klein wil houden en de rand bij Vlaanderen, moet het land beter één houden. Onafhankelijkheid van Vlaanderen heeft een prijs: een groot Brussel. Tenzij men natuurlijk de illusie blijft koesteren dat een onafhankelijk Vlaanderen Brussel inhoudt. Ook een zelfstandig Wallonië kan niet zonder Brussel. Beide gewesten hangen dus aan elkaar door Brussel. Sociaal-economisch is er wel degelijk een Belgisch netwerk en Brussel is daarbinnen geen probleem, maar een verknoping, een poort tot de wereld.”

“Stel dat men zegt: ok, Vlaanderen neemt Brussel er bij want het ligt op dat territorium. Allereerst moeten de Brusselaars daarmee akkoord gaan. Je kan ze natuurlijk omkopen, zoals de Warande groep voorstelt, met culturele autonomie, met het lokmiddel om met het rijke Vlaanderen mee te gaan. Dat betekent dat de Brusselaars Vlamingen worden en Vlaanderen voor de Franstalige minderheid onderwijs en culturele instellingen voorziet. Ook in dat geval moet je de 19 gemeenten uitbreiden met de faciliteitengemeenten want om discriminatie te vermijden moet je rekening houden met alle Franstalige Vlamingen. Dan gaat men naar een constellatie waar men in bepaalde delen van dat autonome Vlaanderen culturele rechten aan minderheden geeft, maar moet dat dan niet in alle delen? Een eentalig land en dan Brussel opnemen met uitstervende rechten voor dat miljoen, is niet leefbaar. Mijn tweede argument is dus dat er geen enkel redelijk voorstel is van hoe men Brussel eventueel in dat autonome Vlaanderen zou opnemen.”

“Ten derde, is dit wel mogelijk in huidige opvatting over gemeenschappen? Het gaat volgens mij niet om gemeenschappen. Zoals de Vlaamse gemeenschap in Brussel niet bestaat tenzij in het VGC en zoals de Franstalige gemeenschap om verschillende culturen draait. Meer nog, 41% van de Brusselse huishoudens is taalgemengd. Tussen dit en 10 jaar is de meerderheid van de Brusselse huishoudens meertalig. Dit culturele vraagstuk los je niet op met de opdeling Vlaams of Franstalig. De druk om meertalig onderwijs te voorzien bijvoorbeeld zal vergroten. De huidige twee netten, Vlaams en Franstalig, komt hier dan niet aan tegemoet. De normale socialisatie van die kinderen is dat ze ook op school kunnen omgaan met verschillende taalsituaties, in plaats van ze in een eentalig, nationalistisch hokje te steken. Deze minderheden zijn niet nationaal of gemeenschapsgewijs te organiseren. Ze vragen meertaligheid, gemengde culturen, hybriditeit. En zal men dan wel meertalig net aanvaarden?”

“Dat alles stelt nog meer de Vlaamse eigenheid in vraag. De basistrend van de mondialisering is net het weggaan van cultureel homogene territoria. Stedelijke netwerken zijn volgens mij een alternatief op het concept van landen die de wereld bedekken. Een land wordt getekend op basis van een territoriale afbakening, met een politieke structuur die het territorium alleen beheerst. Soevereiniteit van het volk en dat volk is cultureel bepaald. Bij stedelijkheid wordt de ruimte, de territorialiteit anders georganiseerd. In de huidige wereld spelen steden een rol als knopen in een netwerk Financiële transacties gebeuren via Londen, Tokyo en New York en die trekken zich van de rest van de wereld niets aan in een dergelijke globalisering. Dus het is niet alleen de Belgische regering of de nieuwe Vlaamse regering die het “buitenland” betrekt, het is ook het netwerk dat bijvoorbeeld vanuit Antwerpen bestaat rond de havens of vanuit Brussel inzake NGO’s en ontwikkelingshulp. Mondialisering is verstedelijking. En de complexiteit van de stad staat dichter bij de complexiteit van de nieuwe wereld dan een land.”

“Binnen de tien jaar is Antwerpen zoals Brussel nu, met een belangrijke fractie anderstaligen en meervoudige culturele systemen. Nu al is een meerderheid van de lagere school kinderen in de kernstad er thuis anderstalig! Een stad reageert dan veel gevoeliger dan een land. Een lokale schepen van cultuur heeft over het algemeen bijvoorbeeld een veel stedelijker, multicultureler project dan een nationale minister van cultuur. Je krijgt dus een heel andere vorm van territorialiteit. In een zomerpraatprogramma op de televisie vroeg Arno zich af doelend op de politici: “Waar zijn ze mee bezig?” En terecht heeft hij het over de kleinsteedse perceptie, over Leterme die vanuit Ieper de wereld bekijkt en nauwelijks Brussel ervaart. Er zijn nauwelijks leidinggevende politici die in de stad, laat staan in de hoofdstad wonen. Als ietwat psychologische verklaring voor de kwaliteit van de onderhandelingen kunnen we erop wijzen dat deze politici vanuit hun suburbane visie een heel provincialistische kijk ontwikkelen op politiek of op maatschappelijke ordening.”

001_DSC_9998-Edit_450.jpg

Wat is de positie van Brussel dan in dit debat?

“Als je de onderhandeling wilt voeren op het vlak van bevoegdheidspakketten die andere sociaal-economische realiteiten kunnen beheren, zou je eerder intergewestelijk moeten onderhandelen, met drie in plaats van met twee. Dit is echter onmogelijk omdat de partijen communautair, volgens “natie”, georganiseerd zijn. In het debat is Brussel gewoon niet vertegenwoordigd. Als je Brussel echt integreert is het discours van de twee gemeenschappen niet meer coherent. De splitsing van België is volgens mij dus een demagogisch argument. Er is geen enkel bediscussieerbaar scenario voor de opsplitsing van België. Dat gaat over het behoud van elementair burgerlijk democratische principes of regels. Als Vlaanderen Brussel wil hebben moet het voor een meertalig Vlaanderen zijn en dan heeft De Wever nog niet gedaan met werken! Ofwel moet Brussel uitgebreid worden tot een leefbaar gewest. De werkelijkheid van de sociaal-economische culturele differentiëring gaat eigenlijk niet tussen twee gemeenschappen, maar tussen drie gewesten.”

“De media vertellen ons dat er 80 Vlaamse eisen zouden zijn, ik weet niet of dat de eisen van alle Vlamingen zijn. In elk geval heeft men ze ons nog nooit publiek voorgesteld. Maar dat gebeurt dan wel in naam van alle Vlamingen. Dat gaat over technische zaken zoals de verkeersborden, een aantal puur regionale zaken zoals een investering voor een spoorweglijn van de haven van Antwerpen. Bevoegdheden herverdelen op het aangepaste niveau, volgens het zogenaamde subsidiariteitprincipe is een algemeen principe van goed bestuur. Stel dat je voor die hefbomen bent waardoor de regio’s beter de mondiale concurrentie aankunnen, dan is het echter helemaal niet zeker dat Vlaanderen daarvoor het beste niveau is. Het zou wel eens kunnen dat de regio Antwerpen in Europa beter kan concurreren of de Vlaamse ruit Antwerpen-Leuven-Brussel-Gent. Dus als je die redenering begint in te voeren voor homogene bevoegdheidspaketten voor de beste concurrentiepositie, dan is het zelfs niet zeker dat de interne Vlaamse solidariteit overeind zal blijven.”

Dus u zegt dat de retoriek rond de Vlaamse onafhankelijkheid niet meer van deze tijd is en niet past bij de ontwikkelingen op wereldschaal of zelfs Belgisch niveau?

“Het kapitalistisch wereldsysteem heeft zich vanaf de zestiende eeuw ontwikkeld als een dynamische wereldmarkt. En in de negentiende eeuw is men die wereld helemaal gaan organiseren in zogenaamde natiestaten. Beide systemen hebben zich tot vandaag in een, weze het wankel, evenwicht gehouden. Vandaag breekt de mondialisering het systeem van de natiestaten.”

“De idee van de democratie, van de staatsmacht gelegitimeerd door het volk, is verbonden geworden aan de idee van de natie, van een stuk van de wereldbevolking gekenmerkt door een zekere culturele en sociale identiteit. Om je politieke rechten te krijgen moet je lid zijn van de club en die club wordt cultureel omschreven. De meest open opvatting op de expressie van het volk is de Frans republikeinse: iedereen op het grondgebied, bereid zich aan de wetten te onderwerpen, mag lid worden van het volk. Een meer gesloten versie is de romantische visie die in Duitsland is ontstaan: lid van het volk ben je door geboorte in een particuliere cultuur, met een eigen taal, ene eigen geschiedenis. Niet de eigenschappen van een menselijke universele cultuur tellen, maar die van de particuliere cultuur van dat gebied. Een taal, een folklore, een bepaalde volksmuziek, klederdracht. Die spanning tussen algemene menselijkheid en particuliere menselijkheid die bestaat al lang en zorgt voor een reële tweedracht in de organisatie. Organiseer je de mensen volgens hun eigenheid of volgens hun universaliteit? Door uitbreiding van de territoria en de Europese integratie, door immigratie en grotere vermenging, door interne culturele differentiatie in zeer verschillende leefstijlen, wordt de idee van de particuliere identiteit om politieke rechten te grondvesten, steeds moeilijker te handhaven. Dus moeten we verschuiven naar meer universele kenmerken die het lidmaatschap van de groep onderbouwen, namelijk een aantal gedeelde gedragsregels, los van de eigenheid. Niet welk geloof je hebt of welke taal je spreekt zijn belangrijk, maar of je een aantal basisvoorwaarden van democratisch omgaan met elkander onderschrijft. Die voorwaarden vanuit diverse culturen ontwikkelen, dat zie je in de stad gebeuren. De Brusselaars verenigen op basis van een gedeelde roots, van een gedeeld verleden, is een illusoir project. We hebben geen gedeelde roots, ons verleden is zeer verschillend. Je kan de Brusselaars alleen verenigen op basis van een gedeelde toekomst. Die gedeelde toekomst is een gedeelde visie, is een programma, zijn mogelijkheden, scenario’s, de toekomst is open. In die gedeelde toekomst kan je van Marokkaanse afkomst zijn, Antwerpenaar of echte Marollien, maar je moet die eigenaardigheid wel projecteren in eenzelfde sfeer. Dat is het politieke toneel van de stad.”

Welke concrete politieke werking kan hieruit voortvloeien?

“Dit is de zwakte van de representatieve democratie. Deze veronderstelt namelijk dat je gedurende een tijd tussen twee verkiezingen en op een heel pakket dossiers een samenhang hebt en dus mensen die in naam van stukken van de bevolking kunnen spreken. Dat is wat de ideologie en de partij als uitdrukking van de ideologie kon doen. Vandaag is die samenhang verloren. Mensen mandateren om gedurende vijf jaar over alles in jou naam te spreken, is onmogelijk. Door de sociale diversiteit, doordat de mensen meer geschoold zijn en omdat de mensen zelf minder samenhangend zijn geworden. Men kan dus op het vlak van de groenvoorziening in de wijk de groenen volgen en op vlak van de sociale zekerheid de liberalen, zonder echte samenhang en zonder representatie dus. Mensen zijn niet langer socialist op alle punten en gedurende alle vijf jaar. Zelfs de vertegenwoordigers zelf niet. Om het volk te vertegenwoordigen zul je het dus regelmatiger moeten gaan vragen. Dat betekent consultaties tussenin. Dat betekent vooral een participatiemodel voor een coproductie van het samenleven. De samenleving moet daartoe geherpolitiseerd worden. De mensen moeten leren om niet in hun positie van klant of als particuliere communauteit te spreken, maar als burger. Je wordt niet als burger geboren. Een burger is iemand die een positie inneemt in de discussie over de algemene oplossing. Dit is dus ook een kritiek op de liberale visie over burgerschap. Die positie moet je leren, dat is politiek spreken, je integreren op dat niveau.”

“Een kritiek die ik ook in ons boek “Populisme” (Epo, 2006) aanhaal, is dat als de politiek nu veel te ondoorzichtig wordt gehouden. Mochten de media de politiek opvolgen zoals het voetbal dan zou het publiek meer inzicht in het spel verwerven. Nu zijn het de actoren zelf van de politiek die ook de commentaar leveren. Het gaat tussen journalisten en politici. Alsof de trainer en de voetbalspelers de commentaar moeten leveren bij de match. In de sportprogramma’s komen experten aan het woord, wordt de analyse gemaakt, het waarom van de match gezocht. Welk systeem zit er achter, zijn ze defensief of offensief bezig? Hoe komt het dat die goal niet gelukt is? De mensen verwerven inzicht in het spel en kunnen zo een mening vormen. De politieke berichtgeving maakt zelf deel uit van het spel. Er wordt niet gepoogd de mensen inzichtelijk te ondersteunen. Het is geen debat over wat gebeurd daar nu, over verschillende verklaringsmodellen. Pas dan kunnen we discussiëren en krijg je inzichtelijke debatten en kunnen de mensen kamp kiezen. Voor of tegen die maatregel is geen kamp kiezen, dat is voor of tegen die ploeg zijn. Dat is niet inzien hoe het spel gespeeld wordt.”

Hoe ga je in deze discussie om met mensen die reageren door bijvoorbeeld terug te grijpen naar een Belgische vlag? Kunstenaars die zich uitspreken tegen dat separatisme en de afbraak van solidariteit?

“La Belgique à papa bestaat niet meer. De basis daarvan was een economie samengehouden door één holding namelijk de Société Générale, die 30-40% van de Belgische economie controleerde en waar een bepaalde elite, Franstalig en verbonden met het koningshuis, een belangrijke macht in had. Die Société is nu verkocht en in Franse handen. Dat soort België, zelfs nog los van de federalisering of culturele opsplitsing, bestaat niet meer. Vandaag wordt de notie België gebruikt voor meer samenhang en solidariteit tussen de delen. Er wordt ook wel door kunstenaars naar iets anders verwezen: het Belgische arrangement of de mengvorm, de voortdurende negotiatie van het verschil. En dat is als intellectueel, voor het kunstmilieu een heel positieve omgeving. Als kunstenaars België overstegen hebben, komt dat door de concentratie van verschil en dynamiek. Als onze kunst internationaal erkend wordt is het juist omdat ze zo creatief met verscheidenheid omgaat. ”

Wat denkt u dat de afloop zal zijn?

“Ik denk niet dat de splitsing er zal komen. Als puntje bij paaltje komt, gaan er concrete implicaties op tafel komen te liggen die nu onduidelijk zijn. En dat gaat niet alleen over onoverbrugbare meningsverschillen, maar ook over onoplosbare materiële problemen. Het separatisme blijft maar coherent als het volledig eenzijdig vanuit één positie wordt geregeld. Binnen de Belgische constructie blijft de ambivalentie bestaan, namelijk: drie gewesten met twee grote gemeenschappen. Want dit is een Belgische constructie met een netwerk van zes regeringen naast de federale regering. Ofwel verdeel je echt de bevoegdheden en krijg je tussen de gewesten concurrentie. Waarom zou Brussel dan nog aanvaarden dat het Vlaamse gewest zijn onderwijs op het territorium organiseert? 350.000 mensen komen elke dag werken in Brussel. Ze betalen hun belastingen echter in de andere gewesten. Gaat Brussel dat laten gebeuren zonder federaal herverdelingsmechanisme? Als je hefbomen wil om beter te concurreren, dan moet je niet verwachten dat de anderen die hefbomen niet gaan gebruiken. Concurrentie zorgt dus niet enkel voor voordelen aan één kant. En trouwens: in de meeste gevallen zorgt concurrentie voor sterke nadelen aan alle kanten. Solidariteit en samenhang zijn veel rationeler. En interne solidariteit en samenhang houden alleen stand als die principes ook extern bovenaan staan.”

Eén stap vooruit en drie achteruit !

Dit is een van de verstandigste analyses die ik in dit verband gelezen heb.

En inderdaad het "Belgique à papa" is niet meer, het is vervangen door een "Flandre de papa" een "Wallonie à papa" en een "Bruxelle à papa".

Redenen om ons te verheugen zijn er daarom allerminst.

Bravo

Indrukwekkend.

Glashelder

Waarom krijgt iemand als Eric Corijn niet meer aandacht in de media? Zijn analyse is helder, constructief en toekomstgericht. Nu nog de burger overtuigen dat het leven meer is dan splitsen alleen.

om je te bescheuren van het lachen :)))

Nu weet ik waarom Eric Corbijn niets, maar dan ook niets, voorstelt in Vlaanderen. Maar, huppel de B.U.B. maar achterna. Volgens alle peilingen stemt nu 40% van de Vlamingen voor partijen die Vlaamse onafhankelijkheid in hun politiek programma hebben staan. Dit wil zeggen dat Leterme's wanhoopspoging (Belgie hervormen om Belgie te redden) ho-pe-loos mislukt is, dankzij de Franstalige houding die als vanouds enkel getuigde van hun absolute minachting voor de Vlaamse cultuur, hun ongebreidelde arrogantie en hun plat imperialisme. Niets, maar dan ook niets, remt de groei van de Vlaamse onafhankelijkheidsbeweging af. Gelukkig kennen een aantal Vlamingen (op Eric Corbijn na, wel te verstaan) wel het verschil tussen solidariteit en sociaal profetariaat. :)