Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Verkiezingen in Congo: feiten en cijfers

Verkiezingen in Congo: feiten en cijfers

Indymedia.be, APA, Belga -- Zondag mogen de Congolezen voor het eerst in 46 naar de stembus. De verkiezingen komen er na een politieke overgansperiode die begon in juni 2003, vijf jaar na het begin van de bloedige oorlog.

map_of_congo_democratic_republic_of_the.gif

Congo en zijn buurlanden

In die oorlog (augustus 1998-juli 2003) stonden de Congolese troepen met Angola, Namibië en Zimbabwe aan hun zijde tegenover Rwanda, Oeganda en Burundi die Congo waren binnengevallen ondersteund door collaboratiebewegingen (het pro-Rwandese RCD en het pro-Oegandese MLC van Jean-Pierre Bemba). De oorlog maakte 300.000 directe slachtoffers en 3,5 miljoen indirecte slachtoffers door honger, geweld en ziektes.

Geografie: Congo is het grootste land van Centraal-Afrika (2.345.000 km² of 72 keer groter dan België). Het grenst in het noorden aan de Centraal-Afrikaanse Republiek en aan Soedan. In het oosten aan Rwanda, Burundi, Tanzania en Oeganda. In het zuiden aan Zambië en Angola. In het westen aan Congo-Brazzaville.

Bevolking: ongeveer 60 miljoen inwoners

Hoofdstad: Kinshasa (met 7,8 miljoen inwoners de op twee na grootste stad in Afrika, na Cairo en Lagos)

Talen: Frans (de officiële taal), Lingala, Swahili, Tshiluba, Kikongo en vele andere talen

Religie: christenen (80 %), animisten en moslims

Geschiedenis:
Vanaf 1885 persoonlijk bezit van de koning Leopold II, in1908 een Belgische kolonie.

Eerste democratische verkiezingen in mei 1960. Op 30 juni van datzelfde jaar wordt Congo onafhankelijk. Jospeh Kasavubu wordt president. Lumumba eerste minister.

Juli 1960: de provincie Katanga, rijk aan koper en andere grondstoffen scheurt zich af met de actieve steun van België.

September 1960: eerste staatsgreep van Mobutu.

Januari 1961: premier Lumumba wordt vermoord.

Burgeroorlog van '63 tot '64: met de provincie Katanga, maar vooral met verschillende volksopstanden onder leiding van de Lumumbisten en Pierre Mulele. De VS, Zuid-Afrika en België komen tussen om de rebellie neer te slaan.

November 1965: nieuwe staatsgreep van generaal Mobutu, gerecruteerd door de CIA. Hij installeert een dictatuur geleid door zijn eigen eenheidspartij MPR. Mobutu wordt schatrijk op de rug van zijn bevolking, maar de internationale gemeenschap maakt het hem nooit lastig. Hij is integendeel een nuttige pion in de strijd tegen de bevrijdingsbewegingen in andere Afrikaanse landen (o.m. Angola). Vanaf de jaren '60 tot diep in de jaren '80 blijft er wel een maquis actief in het oosten van Congo onder leiding van Laurent-Désiré Kabila, één van de vroege medestanders van Lumumba.

1990: Mobutu laat meerdere partijen toe. De Conférence Nationale Souveraine die wordt opgericht leidt allerminst tot het invoeren van de democratie. Er ontstaat een soort multi-mobutisme.

1996: Begin van de opstand tegen Mobutu in het oosten van Congo. Er wordt een coalitie opgericht, AFDL. Kabila wordt één van de belangrijkste leiders. Het AFDL krijgt de steun van Oeganda en Rwanda.

17 mei 1997: de opstandelingen bereiken Kinshasa. Mobutu vlucht het land uit. Kabila wordt de nieuwe president.

Augustus 1998: Rwandese en Oegandese troepen vallen het land binnen om Kabila te verjagen. Congolezen in de oostelijke provincies gaan in het verzet onder de naam Mayi-Mayi.

1999: het Westen legt een staakt-het-vuren op. Een intercongolese dialoog moet Kabila verplichten de macht te delen.

Januari 2001: Kabila wordt vermoord door één van zijn lijfwachten. Zijn zoon Joseph wordt aangewezen als zijn opvolger.

17 december 2002: een vredesakkoord wordt ondertekend.

2 april 2003: de afgevaardigden van de intercongolese dialoog ondertekenen de overgangsgrondwet.

30 juni 2003: er komt een overgangsregering met Kabila en vier vice-presidenten (de vier rebellenleiders).

20 juni 2005: de kandidaten kunnen zich laten registreren.

18 december 2005: in referendum keurt 84 % van de bevolking de grondwet goed. Er kunnen eindelijk verkiezingen worden georganiseerd.

Economie:
Landbouw (maniok, koffie)
Petroleum (enorm potentieel)
Mijnbouw: koper, kobalt, zink, uranium, coltaan, zlver, goud en diamanten
Maar door gebrek aan investeringen stort de mijnbouw in elkaar. In 2003 draaiden de grote mijnen nog slechts op 10 % van hun capaciteit. De voorbije jaren slorpte de oorlog 80 % van de middelen op.

In 2006 was 56 % van het totale overheidsbudget afkomstig van buitenlandse hulp. Meer dan 80 % van de economie is informeel. Toch slaagde de regering er in om de inflatie te stoppen en de prijzen te stabiliseren. Het IMF verwacht in 2006 een groei van 6,5 %. Openbare diensten als scholen en ziekenhuizen zijn in slechte staat. Meer dan driekwart van de bevolking moet overleven met minder dan een dollar per dag en hebben geen toegang tot drinkbaar water.

Het BNP bedraagt 113 dollar per persoon.

De buitenlandse schuld loopt op tot 12 miljard dollar.

Leger: Er zijn naar schatting zo'n 140.000 actieve soldaten. Een observatiemissie van de VN (Monuc, 18.000 soldaten) ziet toe op het respecteren van de vredesakkoorden. Monuc blijft nog tot 30 september 2006.

De verkiezingen:
Er zijn 33 kandidaten voor het presidentschap. 9.707 kandidaten dingen naar een zitje in het 500 zetels tellende parlement.

De resultaten van de eerste ronde worden verwacht op 15 september. Als geen van de kandidaten 50 % haalt, volgt er een tweede ronde op 15 oktober. Op 30 november zou bekend moeten zijn wie de nieuwe president wordt.