Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Het Witte Goud #1 - Platinum-rush in Zuid-Afrika verjaagt boeren van hun land

Het Witte Goud #1 - Platinum-rush in Zuid-Afrika verjaagt boeren van hun land

Mokopane - Limpopo transformeert zienderogen in de Platinum Provincie van Zuid-Afrika. Het delven van het kostbare metaal blijkt een lucratieve business. Tientallen mijnbouwfirma’s vonden de afgelopen jaren de weg naar Limpopo waar voorheen hoegenaamd geen mijnen waren. Maar de rush naar het Witte Goud passeert de bevolking. Dorpen verdwijnen, hele gemeenschappen moeten verhuizen, “we worden levend begraven”. Ook de grootste mijnbouwer, Anglo Platinum, heeft alleen oog voor de winst. AngloPlat stelt zich hardleers op tegenover de mensen die het van hun gronden verjoeg. Belgische bestuurders, en niet van de minsten, lieten dat zondermeer gebeuren.

Philippos.jpg

Anglo Stop (Under)Mining (our rights)- foto Raf Custers

Driehonderd kilometer voor de kiezen – “van Brussel naar Parijs” – in het zuidelijkste land van Afrika. Op de snelweg tussen Johannesburg en Pretoria schuifelt de file moeizaam door de avondspits. Over alle heuvels liggen nu verkavelingen uitgesmeerd, compounds noemen ze die slaapsteden hier. Net zoals de compounds waar een eeuw geleden de zwarte arbeidsreserve werd opgesloten, hebben ze maar één ingang en een slagboom waar de identiteiten worden gecontroleerd. Maar nu woont de middenklasse in de compounds, “de rassen-Apartheid is economische Apartheid geworden”, zegt Glenn, want de armste Zuid-Afrikanen zijn nog altijd verplicht bij elkaar te hokken in squatter-kampen en townships, getto’s van armoede en geweld.

Aan het stuur zit Glenn Mpofane. Hij werkt voor de National Union of Mineworkers, met 317.000 leden de grootste vakbond in Zuid-Afrika. Eens Pretoria achter ons ligt, dunnen de nederzettingen en het verkeer heel snel uit. We rijden door ongerepte bush, met af en toe een antilope achter de schrikdraad, en gaan noordwaarts naar het nieuwe Frontier-gebied van de internationale mijnindustrie, in de provincie Limpopo.

Ruim drie uur later zwenken we links van de snelweg af, bij het stadje Mokopane dat vroeger Potgietersrust heette. Voor de witte Afrikaners is dit een gedenkplaats. Eén van hun Voortrekkers, Piet Potgieter, werd hier in 1854 “fataal verwond” (zegt een reisbrochure) tijdens de krijgstocht tegen de Ndebele-bevolking en hun leider Mokopane. De erfgenamen van de Voortrekkers zouden een halve eeuw later, rond 1900, de rassenscheiding bedenken en zo de grondslag leggen voor de Apartheid. De conservatiefste Afrikaners hebben nog altijd niet verteerd dat Potgietersrust nà de afschaffing van de Apartheid zonodig de naam van de zwarte chef Mokopane moest krijgen.

Goed twintig kilometer van Mokopane doemt het mijn-complex van Mogalakwena op, een immense site met grijze afvalbergen, een gifgroene fabriek en een langgerekte aarden wal die het waterbekken afdamt waar het slib van de fabriek bezinkt. Alles is hier ‘groot’. In 1993 paalde Anglo Platinum hier de contouren af van wat intussen één van de grootste platinum-mijnen ter wereld is geworden. Nu telt de mijn er vijf groeven - waar kolossale grijpers het erts in al even kolossale Caterpillar-kipbakken smijten - en twee concentratoren waar uit het erts het platinum-metaal wordt geraffineerd. Platinum dient voor juwelen maar vooral voor katalysatoren om auto’s schoon te laten rijden. Het is een edel metaal dat niet met tonnen tegelijk wordt gewonnen maar met ounces: één ons is circa 33 gram. Met platinum valt geld te verdienen. Op de London Platinum and Palladium Market is de prijs jaren aan een stuk vermenigvuldigd, tot hij begin 2008 een piek haalde van 2273$ per ons.

Dit mijncomplex kende pieken in 2004 en 2005, met telkens een productie van circa 200.000 ons platinum. Dan viel de productie wat terug, maar in 2008 haalde ze weer 188.100 ons. Anglo Platinum baat in Zuid-Afrika zeven mijnen uit. De hele groep produceerde in 2008 bijna 2,5 miljoen ons platinum-metaal.

Invasie

De mijn in Mogalakwena kende een kolossale expansie vanaf het einde van de jaren ’90. De impact valt niet te miskennen. Het dorp Ga-Pila moest verhuizen, de boerderijen Overysel en Zwartfontein maakten plaats voor de eerste groeven, ook uit Ga-Puka en Ga-Sekhaolelo werden talrijke huishoudens naar nieuwe vestigingen weggevoerd. Anglo Platinum beweert dat het over de mogelijke hinder van het bedrijf voortdurend overleg pleegt met de betrokkenen. Maar de bewoners hebben duidelijk andere ervaringen.

In 2008 tekende Action Aid talrijke klachten op en haalde in een rapport vlijmscherp naar Anglo Platinum uit. Later dat jaar bevestigde een tweede rapport van de Zuid-Afrikaanse Mensenrechtencommissie de bevindingen van Action Aid. Bijna 6000 mensen waren toen verhuisd en in plaats van dat ze nu beter af waren, konden ze niet anders dan klagen. Ze hadden geen water, sanitair en elektriciteit meer; aan enkele scholen zat er nitraat in het water, en er kwamen barsten in huizen in de omgeving van de mijn omdat Anglo Platinum in de mijngroeven geregeld dynamiet laat ontploffen.

Is er sindsdien iets verbeterd? We hebben in het bedrijf een afspraak met vakbondsafgevaardigden van de mijnwerkersvakbond. Maar we komen er niet zomaar in. Eerst passeren we door een veiligheidssas waar we formulieren moeten invullen. Dan moeten we een instructiefilm bekijken en daarover op een PC tien vragen beantwoorden. Als we klaar zijn, rolt er een papiertje met onze identiteit en onze score uit een printer; het papiertje verdwijnt in de dossiers van de bewakingsdienst.

De film toont de ideale wereld: lachende ingenieurs in korte broek, vlijtige arbeiders, iedereen tijdig uit de voeten wanneer de dynamiteurs gaan opereren. Het bedrijf huldigt de Spirit of Unembeza, ofwel: Listen to Your Conscience. “We werken hier niet alleen voor onszelf”, zegt het filmpje nog, “we werken hier voor het welzijn van de toekomstige generaties”.

Dickson-and-shop-stewards.jpg

Vakbondsafgevaardigden bij Anglo Platinum, in het midden Dickson Tshungu - foto Raf Custers

Vakbondsafgevaardigde Dickson Tshungu – shop steward zeggen ze hier – grinnikt wanneer hij over de propaganda van het bedrijf hoort. “De Spirit van Unembeza schept vooral onzekerheid voor de werknemers”, zegt Dickson. Anglo Platinum is namelijk afdelingen aan het verkopen om zich op “aantrekkelijke grondstoffen” te kunnen toeleggen. Maar welke de aantrekkelijke grondstoffen zijn, dat hangt in grote mate af van de stemming van speculanten op de beurs. “Voor de huidige generatie”, gaat Dickson voort, “legt Anglo Platinum er vooral stevig de pees op”. Dickson Tshungu werkt hier onderhand acht jaar. Alles bij elkaar zijn er zo’n 1000 mensen op de mijnsite aan het werk. Maar er moeten mensen weg. Vooral bij de onderaannemers zal er personeel afvloeien. De reden komt puur uit de cijfers. De eerste jaren groef Anglo Platinum in deze mijn ruw gesteente op met een hoog ertsgehalte. Maar nu is het ertsgehalte aan het dalen en moet er meer gesteente worden gedolven om dezelfde hoeveelheid platinum-metaal over te houden. Met andere woorden: voor het bedrijf stijgt de kost per eenheid. Dus wordt er onder andere op de personeelskost bespaard.

We hadden graag een briefing gekregen van het mijn-management en Dickson heeft ook achter een ontmoeting gejaagd. Maar ze steken zich weg, niemand heeft vandaag tijd voor ons. Dan gaan we naar de omwonenden.

Zwart geschilderde straat

Het dorp Ga-Molekana ligt aan de hoofdweg naar Mokopane en vlak naast de mijn: er zit geen 200 meter tussen de verste huizen en de dam van het slam-bekken. Er is net een dorpsraad aan de gang en we worden tot de vergadering toegelaten. Zijn deze mensen beter af met Anglo Platinum? heeft het bedrijf voor hen beterschap en welzijn gebracht, zoals het dat zo schoon propageert? De antwoorden klinken bitter. De straten in Ga-Molekana zijn niet verhard, maar de mensen zien nooit een tankwagen die tegen het stof komt sproeien. Die tankwagens reden anders wel in het mooie Unembeza-filmpje rond. “Verderop hebben ze zogenaamd asfalt gelegd”, zegt één van de dorpoudsten, “maar dat laagje is zò dun dat ik zeg: ze hebben het grint zwart geschilderd”.

Philippos Dolo van Jubilee South Africa zet zich al jaren in voor de bewoners van het dorp. Hij is bijzonder scherp voor Anglo Platinum, dat met zijn platinum-mijnen geld verdient als water. “In 2007 maakten ze een recordwinst van 1,75 miljard Us$”, zegt Philippos, maar voor deze mensen heeft de firma weinig gedaan. Ze heeft integendeel een wig gedreven in de gemeenschap. De traditionele cheffen hebben gemeenschapsland geleased aan de mijnmaatschappijen en zijn door hen in de watten gelegd. Maar de mensen hebben geen grond meer hebben om te boeren. “De mijn beweert dat ze de milieu-wetgeving volgt”, zegt Philippos. “Maar we hebben Karen Bosman van de Universiteit van Pretoria analyses laten uitvoeren en daaruit blijkt dat het grondwater hier wel degelijk vervuild is”.
Een steeds terugkerende klacht: de gemeentelijke autoriteiten en hun diensten staan niet aan de kant van de bevolking. De politie is meer dan eens hardhandig tussenbeide gekomen om blokkades op te breken. Toen de bewoners van Sekuruwe op 29 mei 2008 betoogden omdat er graven waren geschonden, heeft de politie zelfs met rubberkogels geschoten. Tientallen mensen zijn gearresteerd, in februari komt een aantal van he opnieuw voor de rechter.

De mensen hebben evenmin heeft een goed woord voor de diensten van Section-21, dat zijn sociale ondernemingen die de verhuizing van de huishoudens in goede banen moeten leiden. “Ze laten zich omkopen door de mijn, ze zijn niet verkozen, ze zijn onbekwaam”. In de nieuwe nederzettingen Rooibok en, what’s in a name, Armoede zien we wat Section-21 van de verhuizing heeft terechtgebracht. Voor de mensen die moesten verhuizen, zijn nieuwe huizen gebouwd, maar de mensen die er al woonden, leven nog altijd in lemen hutten. Enkele tientallen gezinnen die weigeren te verhuizen, worden uitgehongerd. Ze krijgen gewoon de beloofde verhuispremie niet. Water wordt met tankwagens aangevoerd. De nieuwe huizen zijn klein, 50 vierkante meter, “de norm tijdens de Apartheid”, zegt Saul, nog een jonge activist van Jubilee South Africa. Naast de huizen staan toiletten met zogenaamde Enviroloos, zwarte potten om de uitwerpselen te verwerken. In de handleiding staat dat de Enviroloos zonder gebruik van water of chemicaliën functioneren. In de praktijk raakten de potten binnen de kortste tijd defect en konden de mensen hun toiletten niet meer gebruiken. De potten zijn niet hersteld. In de plaats kwamen er rode WC-kabines naast de hoofdstraat, één kabine om de tweehonderd meter, waar alle mensen van de nieuwe wijk nu hun gevoeg moeten doen. “Ook in het holst van de nacht”, zegt …, “en dat is allesbehalve veilig”.

De mensen ervaren de platinum-mijn als een ongewenste indringer die hier ongevraagd neerstreek en vervolgens de bewoners heeft verjaagd; “the mine came and buried us alive”, noteerde Action Aid uit de mond van de 56-jarige Rose Diabela in Ga-Pila. Dat is niet de enige plek in Limpopo die kampt met de mijnindustrie. Ook aan de Oostrand van de provincie zijn er de afgelopen jaren platinum-mijnen geopend. Maar de mensen in de provincie zien daar alleen maar marginale voordelen van. Voor de mijnen kwamen, had de provincie Limpopo nauwelijks industrie. Het is ook de armste provincie in Zuid-Afrika, de cijfers liegen er niet om: bijna 40% heeft er geen werk, bijna 40% van de huishoudens leeft onder de armoedegrens; in 2008 lag het gemiddeld inkomen er volgens Action Aid op 6500 Rand per jaar (of een kleine 600€). “Anglo draagt zeker bij aan de staatskas”, erkende Action Aid toen, “maar moeten de lokale gemeenschappen dan maar de gevolgen dragen?”

Lees ook het vervolg:

Lees ook het vervolg: Davignon en Van Miert lieten Anglo begaan

http://www.indymedia.be/nl/node/36483

Limpopo transformeert

Limpopo transformeert zienderogen in de Platinum Provincie van Zuid-Afrika