Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] Julie getuigt over de gruwel in Oost-Congo

[Interview] Julie getuigt over de gruwel in Oost-Congo

In het Oosten van Congo is het leven een hel. Door de gevolgen van het aanslepende conflict kwamen wellicht meer dan 5 miljoen mensen om het leven. Er wordt ook op grote schaal verkracht. Verkrachting is er een oorlogswapen geworden. Julie is één van de slachtoffers. Zij kon in 2005 na jaren van gruwel ontkomen naar België.

goma.jpg

(foto Amalthya)

De stem van Julie is één van de miljoenen stemmen in het ongelooflijke kluwen dat Oost-Congo is. Haar verhaal is daarom ook maar één van de vele gruwelijke verhalen. Julie deed haar verhaal al eerder in het parlement op uitnodiging van Ecolo. Hieronder doet ze het nog eens. Tussen haar antwoorden vindt u een beetje historische achtergrond die nodig is om het verhaal te kunnen volgen.

Julie is afkomstig van Rutshuru, een klein stadje ten noorden van Goma in Noord-Kivu. “Het begon allemaal in 1994”, antwoordt ze resoluut als ik haar vraag om haar verhaal te doen. In 1994 werden 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's vermoord door extremistische Hutu's tijdens de Rwandese genocide. Na de genocide wist een deel van de daders zich met de hulp van de Franse troepen en hun Opération Turqoise te mengen onder de Hutu-vluchtelingen die een onderkomen zochten in buurland Congo.

Julie: “In 1994 gingen we kijken naar de grens om te zien hoe de Hutu's Congo binnen stroomden. We zagen hoe sommige Hutu's aan de toekijkende Franse soldaten van Opération Turquoise zeiden: “Die mensen daar zijn geen vluchtende soldaten maar Interhamwe (de paramilitaire organisatie van de genocidairs, nvdr). Ze dragen rugzakken en tassen en daarmee smokkelen ze wapens over de grens. Zij hebben de Tutsi's vermoord en ze doen ons ook kwaad. Ze terroriseren ons. Waarom zet je ons samen met hen?” Maar niemand luisterde naar hen en ze werden allemaal samen gezet in de vluchtelingenkampen. De Fransen hadden hen kunnen uit elkaar halen. Maar niemand stak een vinger uit.”

De Hutu-vluchtelingen uit Rwanda komen in vluchtelingenkampen terecht nabij Rutshuru, Goma en Bukavu. “Ik heb gezien hoe ze daar stierven door dysenterie en cholera. De kampen werden regelmatig aangevallen door Tutsi-soldaten uit Rwanda. Die legden mijnen langs de wegen. Wagens ontploften. Veel mensen raakten gewond. De Hutu's staken op hun beurt ook af en toe de Rwandese grens over om vee te stelen. Na een tijd begonnen ze vanuit de kampen ook de Congolese dorpen aan te vallen. Toen ben ik de eerste keer op de vlucht geslagen. Ze zeiden dat ik op een Tutsi leek en dat ik daarom ook in gevaar was. Ik ben naar Goma gevlucht omdat het daar rustiger was.”

Julie keerde pas anderhalf jaar later terug naar Rutshuru. Lang zou ze er niet blijven. In het najaar van 1996 begon er in Oost-Congo een opstand, geleid door Laurent-Désiré Kabila, die de doodsteek zou betekenen van het regime van ditactor Mobutu. Kabila kreeg de militaire steun van Rwanda en Oeganda die elk hun agenda hadden. Het Rwandese leger hoopte komaf te maken met de Hutu's in de vluchtelingenkampen.

Julie: “Op 20 oktober hebben de Rwandezen Rutshuru aangevallen. De vrouwen lieten ze ontsnappen. De mannen werden vermoord. Daarna hebben ze de vluchtelingenkampen omsingeld. Er braken zware gevechten uit tussen de Rwandese Tutsi-soldaten en de Interhamwe. Er werden zelfs bommen gegooid op het kamp. De Hutu's verlieten de kampen en vluchtten naar het westen in de richting van Masisi. Wij, Congolezen, namen de zelfde route en probeerden te vluchten naar het Congolese binnenland. Sommigen zijn tot in Kisangani geraakt. Wij hadden niet de kracht en bleven uitgeput achter in het woud nabij Walikale. Daar begon echt de hel.”

In de chaos waren Julie en haar man de kinderen kwijtgeraakt. Uiteindelijk werden zij in het woud ingehaald door de jagende Tutsi-soldaten. “Ik baatte vroeger een café uit in Rutshuru waar vaak Congolese soldaten kwamen eten en drinken. Ze zeiden dat mijn man dankzij die contacten aan wapens was geraakt. Dat was een leugen. Ze hebben mijn man gefolterd om te weten waar die wapens waren. Hij is doodgemarteld.”

Ook Julie werd hard aangepakt. Maar toen de soldaten merkten dat ze niets wist over wapens werd ze vrijgelaten. “Na de oorlog van 1996 ben ik naar Bunagana gegaan dicht bij de grens tussen Congo en Oeganda. Ik heb daar een klein restaurantje geopend, maar dat werd geen succes. Soldaten kwamen gratis eten of vergrepen zich aan mij of mijn dochters. Ik ben daar tot 1999 gebleven en ben toen teruggekeerd naar Rutshuru.”

In die paar jaar was er veel veranderd. Rwanda en Oeganda vonden dat Kabila te weinig hun belangen diende en begonnen in augustus 1998 samen met de rebellenbeweging Rassemblement Congolaise pour la Démocratie (RCD) een nieuwe oorlog tegen Kabila die zelf de steun kreeg van landen als Zimbabwe en Angola. “In het oosten van Congo woonden veel Tutsi's die daar na de Rwandese machtswissel in 1959 waren terechtgekomen. Velen van hen werden tijdens de oorlog van 1998 gerecruteerd door de Rwandese Tutsi's. De Rwandezen hebben de Congolese dorpschefs en burgemeesters vermoord en hebben Rwandezen uit Rwanda in de plaats gezet.”

De RCD oefende tijdens de Rwandese bezetting van Oost-Congo een terreurbewind uit. Zij stoten op hevig verzet van de Mai-Mai, milities van regeringsgezinde rebellen. Pas op 17 december 2002 maakt een vredesverdrag een einde aan de oorlog. Maar dat betekende niet dat de rust weerkeerde. “Tussen 2002 en 2005 heb ik rondgezworven want ik durfde niet meer thuis te wonen. In 2003 was ik dat even beu en heb ik mij verzet, maar militairen hebben mijn dochter samen met zeven andere meisjes ontvoerd. Zij is samen met een ander meisje kunnen ontsnappen en keerde zwanger terug. De andere meisjes werden vermoord zodra de soldaten hen beu waren.”

Uiteindelijk wordt het Julie te veel en kan ze met de hulp van kennissen ontkomen naar België. “Mijn dochters zijn te voet naar Beni gegaan waar ze onderdak vonden bij mijn broer. We hebben niet eens afscheid kunnen nemen. Hun 21-jarige broer is verdwenen net als zoveel andere jongens. In de dorpen zijn er bijna geen jongemannen meer.”

Sinds eind 1999 zijn er VN-soldaten actief in het oosten van Congo onder de naam Monuc. Vanaf 2003 hebben zij de taak toe te kijken op de naleving van het vredesakkoord. Hebben die troepen niet voor veiligheid gezorgd?

“Er zijn heel veel soldaten van de Monuc. Als een Tutsi aangevallen wordt, wordt meteen een onderzoek ingesteld. Maar als een heel Congolees dorp wordt uitgemoord, doet de Monuc niets. “Wij zijn hier om te observeren, niet om oorlog te voeren”, zeggen ze dan. De komst van de Monuc heeft niets verbeterd. Ik ben zelfs verkracht geweest door soldaten van de Monuc. Toen we op een avond te voet op weg waren naar huis, werden we ingehaald door een vrachtwagen van de Monuc. We werden opgepakt en verkracht door Zuid-Afrikaanse VN-soldaten. Zij denken dat ze alles mogen. Door de armoede is er veel prostitutie. Jonge meisjes proberen wat geld te verdienen door zich te prostitueren bij de VN-soldaten. Die misbruiken de meisjes dan zonder ze te betalen.”

congo-map.jpg

Hoe verklaart u dat verkrachtingen zo vaak voorkomen?

“Er heerst totale straffeloosheid. Wie wreedheden begaat, wordt niet gestraft. Als meisjes mishandeld worden, sluiten de buren de deuren uit angst ook slachtoffer te worden. Dat is de ambiance. De Congolezen blijven zich verzetten en dus grijpen de bezetters naar steeds zwaardere middelen. Vrouwen worden bewerkt met kapotte flessen. Ik heb gezien hoe vrouwen verkracht worden door tientallen soldaten waarna ze ondersteboven gehangen worden met brandende en druipende banden boven hen. Wanneer soldaten met aids vrouwen verkrachten, dood je een hele bevolking. Zelfs mannen worden verkracht. Vaders worden gedwongen om met hun kinderen naar bed te gaan. Als ze weigeren worden ze gefusilleerd. Er is haat, zoveel haat. Ze moeten wel doorgaan met doden want zelfs als er maar twee overlevenden overblijven, zullen die zich nog blijven verzetten.”

Kunnen de slachtoffers dan geen klacht indienen?

“Bij wie dan? Bij de autoriteiten? Bij welke autoriteit? In Rutshuru waren er alleen maar Rwandezen. De oorspronkelijke burgemeester werd vermoord en er werd een Rwandees in de plaats gezet. Als soldaten van de Monuc je verkrachten, ga je dan klacht indienen bij de Monuc?”

Hebt u hoop dat er ooit een einde komt aan dit conflict?

“Als ze deze oorlog willen stoppen, kunnen ze dat makkelijk doen. Met hoeveel zijn de rebellen? Niet met veel, maar ze worden gesteund. Ze worden vooruitgestuwd om te doen wat ze doen. Toen ik mijn restaurant had bij de Oegandese grens ontmoette ik ook vriendelijke soldaten die mij vertelden dat ze deze oorlog niet zagen zitten, dat ze veel familieleden hadden verloren en ook voor hun eigen leven vreesden, maar dat ze gedwongen werden om te vechten. Tel de soldaten van Nkunda (de rebellenleider die eerst bij RCD was, maar zich in 2004 afscheurde van het eengemaakte leger en nieuwe rebellenbeweging rond zich vergaarde, nvdr). Je kan ze tellen. Maar zij worden beschermd. Is het zo moeilijk om Nkunda te vinden en op te pakken? Hij is elke nacht in cafés te vinden. De Monuc geeft zelfs eten aan de troepen van Nkunda met als excuus dat die troepen dan niet verplicht zijn om de dorpen te plunderen.”

Wat moet er dan gebeuren?

“Zolang er geen dialoog komt tussen de Rwandezen zal het probleem in het oosten van Congo nooit opgelost raken. De Rwandezen mogen nog altijd zonder controle de grens oversteken. Goma wordt nu al de voorstad van Kigali genoemd. Er is geen enkele minister uit het Westen die naar Congo komt zonder ook een bezoek te brengen aan Kigali. Rwanda krijgt nooit kritiek. Zelfs de Congolese Tutsi's die al tientallen jaren in Goma wonen, vinden dat het genoeg is. “Wij zijn slecht gezien. Wij worden de nieuwe negers van Congo. Hoe gaan we ooit nog kunnen samen leven? We waren vrienden en de Congolezen hebben ons nooit iets misdaan en nu staan we als vijanden tegenover elkaar omdat jullie hen zoveel pijn hebben gedaan”, zeggen zij tegen de Rwandese Tutsi's.

Bent u opgelucht dat er eindelijk wat aandacht komt voor de verkrachtingen in Oost-Congo?

“Toen ik hier in 2005 aankwam, was het alsof de Kivu niet bestond. Niemand sprak over de problemen in Oost-Congo. Niemand, niemand. Nu nog zijn er veel gebieden in Kivu waar geen enkele blanke ooit een voet zet. Wel in Goma of Bukavu, maar in de dorpen worden geen foto's genomen of filmbeelden gemaakt. Wij worden al tien jaar verkracht. We hebben jaren gehuild en geschreeuwd maar niemand luisterde. Waarom begint Karel De Gucht er nu pas over nu hij een probleem heeft met Kabila? Hij zoekt gewoon iets om druk te kunnen uitoefenen. Ik vind het ook verschrikkelijk dat er nu plots allemaal ngo's naar Kivu reizen om verkrachte vrouwen te zien. Het lijkt wel een nieuwe vorm van toerisme.”



Op 24 juni wordt in de KVS 'Verscheur de stilte' georganiseerd, een benefietconcert voor de slachtoffers van de seksuele terreur in Oost-Congo. Meer info: www.kvs.be

De golf van verkrachtingen

De golf van verkrachtingen in Oost Congo mag zeker niet enkel op de Hutu-bevolking worden afgeschoven. Ook al wordt er nooit expliciet gewag gemaakt van dergelijke beschuldiging, impliciet is de dreiging om opnieuw een historische schuld bij de Hutu-bevolking te leggen bijzonder reeel. Men mag niet vergeten dat onder invloed van Kagame`s Tutsi-regime vele duizenden Hutu`s gevlucht zijn naar de Oost-congolese kampen. De recente berichtgeving in De Morgen (datum helaas kwijt) beschrijft een bijzonder eenzijdige stigmatisering van de zogenaamde banyamulenge (ofwel Ruandese en Burundese Tutsi`s), terwijl de realiteit een pak gecompliceerder is. Al jaren is er een enorm schuldcomplex en een bevooroordeeld schrijven tov de Tutsibevolking. Laten we ook de huidige gruwel in een historisch kader bekijken en naar duurzame oplossingen zoeken, ipv een zoveelste mediatieke kermis rond een problematiek die al meer dan een eeuw aansleept. Toch toevallig dat ook mediagenieke professor Etienne Vermeersch en vergeten glories zoals Miet Smet mee op de kar springen. Een genuanceerd, historisch onderbouwd en sociologisch/etnografisch onderzoeksprojekt zou veel meer zoden aan de dijk brengen en met duurzamere oplossingen komen dan een zoveelste sos-concert in de KVS. Dergelijk projekt zou dan kunnen raadgeven aan betrokken geinteresseerde mandatarissen. Men gaat echter liever uit van individuele verhalen, die geen enkele analyse krijgen, of duiding. Dat zou immers de "echtheid" of "authenticiteit" schaden van de betrokkenen. Alleen al het verhaal van Julie op dergelijke manier weergeven getuigt van een nooit geziene sensatiezucht, een eenzijdig afschilderen van een problematiek die veel en veel dieper zit dan wat er zich nu afspeelt. Dergelijk levensverhaal moet gekaderd worden, geanalyseerd, en we moeten het relateren aan andere verhalen. Pas dan kan dergelijk probleem in kaart gebracht worden en kunnen er duurzame oplossingen geformuleerd worden.

duurzame oplossingen?

Ik vind dit interview zeer verhelderend voor wat er bezig is in Oost-Congo. Deze week nog betoogde de Congolese bevolking massaal tegen een optreden van de MONUC, die eiste dat het officiële Congolese leger zich terug zou trekken uit Rutshuru om plaats te maken voor de troepen van Nkunda. Mensen willen terugkeren naar hun dorpen en huizen en velden, onder bescherming van het Congolese leger en de Monuc verhindert dat.

De waarheid is dat het Rwandese leger rechtstreeks samenwerkt met Nkunda en dat de "internationale gemeenschap" daarvoor bewust de ogen sluit. Net zoals de afscheding van Katanga tien dagen na de onafhankelijkheidsverklaring van Lumumba, dromen sommige westerse strategen over een afscheiding van Kivu om de centrale Congolese eregring te verzwakken. Dat is de enige uitleg als men de enorme hypocrisie ziet waarmee de "internationale gemeenschap", zeg maar de VS en zijn waterdragers zoals De Gucht en de Monuc, in deze kwestie optreden.

Dat De Gucht zich vooral toelegt op het beschuldigen van Kabila en dat één van de organisatoren van de KVS-avond het nodig vond Kabila op gelijke voet te zetten met Kagame en Museveni, getuigt van een koloniale drang, waarbij de problemen van het Congolese volk worden uitgebuit om vooral te rechtvaardigen dat het "vrije westen" dringend moet tussenkomen.

Wat de toestand is van de vrouwen in Afghanistan en Irak, na zoveel jaren "bevrijdende humanitaire tussenkomst" van de "beschaafde westerse wereld", daar wordt liever zedig over gezwegen.

De enige duurzame oplossing voor het geweld in Oost-Congo is steun geven aan de Congolese regering om alle rebellen te ontwapenen en buitenlandse soldaten het land uit te zetten.