Roeland20 juni 2006 – 15:28

De liberale vakbond ACLVB liet weten dat ze juridische stappen zullen ondernemen. Ook het Centrum voor Gelijke Kansen overweegt een klacht in te dienen en is bezig met de zaak te onderzoeken. Frank Dams, adjunct-secretaris van de ABVV-afdeling Antwerpen-Waas komt op voor de bewakingssector-werknemers. Hij pleit voor een einde van de grijze zone die voor deze situatie zorgt.

Zowel het Centrum als de liberale vakbond zijn met Group 4 gaan praten, maar hun besluit stond vast. Frank Dams (ABVV) zegt dat deze zaak een precedent is, maar hij wijst er ook op dat het een ingewikkelde discussie is: "Er moet meer juridische duidelijkheid komen om een einde te maken aan de grijze zone waarin we nu zitten". "Opkomen voor de gelijke behandeling van mensen die wel of niet religieus zijn behoort tot het dagelijks werk van de socialistische vakbond. Op het federale statutaire congres op 8 en 9 juni werd bevestigd dat er niet mag gediscrimineerd worden op basis van bijvoorbeeld religie, geslacht of geaardheid".

Het is moeilijk om vandaag uit te maken wat wettelijk kan en wat niet: "Je kan je afvragen of iemand bijvoorbeeld in een priesterkleed naar zijn werk mag gaan" zegt Dams. "Er is overleg geweest met de liberale vakbond. Die besloot al eerder om sowieso naar de arbeidsrechtbank te stappen om klacht in te dienen tegen het loonverlies dat Achbita gedurende anderhalve maand leed". Dams vindt "dat dat loonverlies absoluut niet kan!" Maar hij vreest dat er een beroepsprocedure ervoor zal zorgen dat het nog lang duurt voor er een uitspraak komt. "Een absoluut recht op het dragen van een hoofddoek is er niet", weet Rachida Lamrabed van het Centrum, "maar een verbod opleggen kan slechts in een beperkt aantal situaties". Het Centrum voor Gelijke Kansen wenst daarop voorlopig geen bijkomende commentaar te geven.

"Uit respect voor haar geloofsovertuiging zal het ACLVB juridische stappen ondernemen", zegt Chantal Vanhove van de liberale vakbond, "wat hier gebeurd is, kan niet". Achbita wil haar ontslag aanvechten bij de arbeidsrechter. "Ze blonk echt uit in haar job", geeft het bedrijf toe, "maar wij verwachten van onze werknemers strikte neutraliteit". Tot voor kort was Samira Achbita een zeer geliefde werkkracht bij Atlas Copco, een multinational die luchtcompressors vervaardigt. Omdat men zo tevreden was over haar, kreeg ze als enige werkneemster extra maaltijdcheques.

Op 10 april vroeg Achbita haar baas of het in orde zou zijn als ze een hoofddoek begon te dragen. Maar een hoofddoek dragen uit geloofsovertuiging, dat kon niet volgens het bedrijf. Ze legde zich daarbij neer en deed haar hoofddoek af in de toiletten voor ze binnenkwam en weer aan als ze naar buiten ging. Na vier weken stelde ze voor haar hoofddoek te dragen op de moderne manier: achter de nek gebonden. Haar baas weigerde opnieuw. Achbita belde daarop naar Group 4 Securicor, de bewakingsfirma die haar als receptioniste tewerkstelde bij Atlas Copco. Daar verzekerden ze haar dat Atlas Copco niet mocht weigeren en er werd een vergadering belegd om de zaak uit te praten. "Maar toen ik toekwam, was duidelijk dat alles al beslist was", zegt ze. Achbita kreeg bovendien een brief: "Zolang u geen gevolg wenst te geven aan de stipte naleving van de dresscode binnen onze organisatie, brengt u zichzelf in de onmogelijkheid de arbeidsovereenkomst uit te voeren (...) hetgeen ons vrijstelt van enige verplichting inzake verloning". Van de ene dag op de andere werd ze onbetaald op straat gezet, gewoon om geen klanten te verliezen. Ze is gebroken, verbitterd en kwaad, maar in de eerste maand van haar werkloosheid heeft ze toch al meer dan vijftig sollicitatiebrieven verstuurd.