Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Doctoreren is enorm moeilijk, enkel het begin is leuk

Doctoreren is enorm moeilijk, enkel het begin is leuk

Dr. Sylvie Gadeyne schreef haar doctoraat in 2005 over de sociale ongelijkheid in sterfte in België. Portret van een nieuwe, vrouwelijke en geëngageerde professor aan de Vrije Universiteit Brussel.

foto SG.JPEG

Interview met Sylvie Gadeyne, Brussel, 16 april 2007

“Wetenschap, cijfers en verbanden hebben me altijd aangetrokken. Ik denk dat ik zo geboren ben.”, lacht Dr. Sylvie Gadeyne. Haar interesse heeft zich door de jaren heen toch ook op sociale vraagstukken gericht. Ze schreef zich in aan de Ugent met het idee Communicatiewetenschappen te studeren, maar koos uiteindelijk toch voor sociologie. Later nam ze er nog eens ontwikkelingssamenwerking bij en tot slot verhuisde ze naar de opleiding demografie aan de UCL. Een gevoeligheid voor de ongelijkheid in de wereld verwoordde ze later dan ook in haar onderzoeken. Voor haar thesis "Les déterminants de la fécondité en Inde. Analyse à partir des données de l'enquête nationale de famille et santé, 1992-1993" over vruchtbaarheid in India, ontving ze bovendien de prijs voor ontwikkelingssamenwerking in 1998. Hiermee dacht ze dat in dit thema haar weg uitgestippeld lag. Daar ze ervoor al in het Centrum voor Gezins- en Bevolkingsstudie in Brussel de vruchtbaarheid in België onderzocht had, plande ze dan ook om hierin verder te werken. De VUB bood haar echter een onderzoeksproject aan over sociale ongelijkheid in sterfte in België. Na twee jaar hierover onderzoek te doen, besloot ze er toch haar doctoraat van te maken. “Mensen begonnen aan mijn mouw te trekken en zeiden me, ‘Je moet gewoon doctoreren, dan heb je een titel en dan ben je gerust.’ Wat een grote leugen is, maar ik ben erin getrapt!” vertelt ze. Maar vooral het feit dat dit onderzoek een primeur is voor België heeft haar over de streep gehaald.

Wie denkt dat het een makkelijk verdiende job is om 4 jaar eenzelfde thema te onderzoeken heeft het fout. “Het begin is plezierig. Je denkt wauw, ik mag hier zoveel jaar onderzoek doen! Maar de eindfase is enorm moeilijk.” In die laatste fase is Sylvie Gadeyne dan nog eens moeder geworden. Veel vrouwen doen het haar nog steeds niet na en dus stelden we haar de vraag hoe ze deze combinatie carrière-privé ervaren heeft. “Blijkbaar is het nog altijd veel evidenter dat een man carrière maakt in plaats van een vrouw. Het omgekeerde komt bijna nooit voor en wordt ook veel minder sociaal aanvaard. Als je vriend of man een stap achteruit zet, dan volgt de vraag: ‘En jij dan?’. Als een vrouw een stap terug zet, wordt deze vraag veel minder gesteld. Ik heb geluk gehad met mijn man die een stapje achteruit wilde zetten.”

Door de oprichting van het Nationale Databank Mortaliteit in 1991 door de VUB en het NIS, kon voor de eerste keer ongelijkheid in sterfte in België onderzocht worden. “De veronderstellingen zijn voor 100% bevestigd geweest. Dat die verschillen écht zo groot zijn, was mijn grootste ontzetting. Ik had dat niet verwacht dat in een land met ons sociaal zekerheidssysteem.” Welke oplossingen ziet Gadeyne dan voor deze ongelijkheid? “Vooral sensibiliseren! Zoveel mogelijk mensen doen beseffen: hier is iets aan de hand, hier moeten wij iets aan doen. Want als je hen de kans geeft, kiest iedereen natuurlijk voor een gezond leven. Dit toont aan dat het niet voor iedereen even evident is om een gezond leven te leven en dat het niet evident is om gezonde keuzes te maken. Hoe lager je sociale afkomst, hoe minder middelen je ter beschikking hebt.”

Gadeyne wil nog niet ophouden met wetenschappelijk onderzoek. Ze vroeg een post-doctoraat aan om het onderzoek naar sterfteverschillen uit te breiden met gegevens van 2001. Uit eerste analyses van nieuwe data blijkt namelijk dat de ongelijkheid, in termen van verschillen, nog toeneemt. “De laagste groepen worden wel kleiner in omvang, maar ten opzichte van de hogere groepen wordt de kloof groter. Wanneer je tot de laagste groep behoort, ben je wel echt gezien.”

De ervaringen van Sylvie

De ervaringen van Sylvie zijn zeker niet uniek. De syndicale delegatie van het ABVV aan de Vrije Universiteit Brussel voert al jaren een strijd om de arbeidsvoorwaarden en toekomstperspectieven voor academici te verbeteren. We stellen alleen vast dat wij de enigen zijn die zich langs vakbondszijde met deze problematiek ernstig bezighouden. Misschien is er wel een verband tussen het gebrek aan syndicale vertegenwoordiging bij het academisch personeel en hun lamentabele arbeidsvoorwaarden. Stof voor verder onderzoek ? En vooral een uitdaging om die slagkracht uit te bouwen.

Jo Coulier
Hoofddelegee ABVV-VUB